In 2024 leefde 12,8 procent van de Vlamingen in armoede of sociale uitsluiting. Dat blijkt uit cijfers van Statistiek Vlaanderen. Zo’n 860.000 mensen hadden te weinig geld voor basisdingen zoals een vakantie of een eigen auto.

Vooral mensen met een inkomen onder de armoededrempel hebben het moeilijk. Ook wie jonger is dan 65 of met ernstige materiële en sociale tekorten kampt, zit vaker in de armoede. Bij werklozen zijn de cijfers het meest schrijnend: daar gaat het om 63 procent. Ook eenoudergezinnen hebben het zwaar met 35 procent die moeite heeft om rond te komen.

Verder zijn er grote verschillen tussen bepaalde groepen. Huurders (28 procent) zitten vaker in armoede dan eigenaars (8 procent). Ook laaggeschoolden (23 procent) hebben het moeilijker dan hooggeschoolden (7 procent). En wie buiten de Europese Unie geboren is, loopt meer risico (36 procent) dan mensen die in België geboren zijn (11 procent).

Toch scoort Vlaanderen beter dan de rest van België. In Wallonië leeft 22 procent in armoede, in Brussel zelfs 37 procent. Het Belgische gemiddelde ligt op 19 procent.

In Europa doet Vlaanderen het ook niet slecht. Het Europese gemiddelde ligt op 21 procent. Tsjechië is koploper met de laagste armoede (12 procent), terwijl Roemenië helemaal onderaan ligt met 32 procent.

Geschreven door : Maria Castelo
Publicatiedatum : 27/02/2025